Alternatieve geneeskunde - natuurtherapiën

 

Onder “alternatieve” geneeskunde verstaan we geneeswijzen die ervan uitgaan dat de mens genezende energie bezit die 'levenskracht' genoemd wordt. Deze levenskracht is voortdurend aan het werk om onze gezondheid in stand te houden. Hiermee wordt de gezondheid op zowel het lichamelijke als het geestelijke vlak bedoeld. Wanneer onze levenskracht, of zelfhelende energie, door stress, ziekte, een slechte voeding of andere storingen wordt verzwakt, beginnen we tekenen van ziekte te vertonen. De symptomen - die door de reguliere geneeskunde meestal met medicijnen onderdrukt worden - zijn volgens de alternatieve geneeskunde een aanwijzing dat het lichaam de ziekte op eigen kracht probeert te bestrijden. Alternatieve geneeswijzen proberen elk op hun manier het zelfgenezende vermogen van het lichaam te stimuleren.

De alternatieve geneeskunde wordt gekenmerkt door een holistische benadering. De term holistisch is afgeleid van het Griekse 'holos' wat heel betekent. Toegepast op geneeskunde, wil dit zeggen dat men niet alleen een kwaal behandelt, maar bij het stellen van een diagnose de patiënt ook zal bevragen naar zijn levensomstandigheden, persoonlijkheid en intermenselijke relaties. Volgens de befaamde Griekse arts Hippocrates is het belangrijker te weten wat voor persoon een ziekte heeft, dan te weten wat voor ziekte deze persoon heeft. Een arts die op holistische wijze te werk gaat, gaat er vanuit dat een patiënt deel uitmaakt van een geheel en dat de oorzaak van ziekte niet alleen te vinden is bij een virus, bacterie, microbe of een slecht werkend orgaan. Hij zal verder gaan dan het trachten te repareren van het defecte orgaan in ons lichaam, alsof het over een defect wisselstuk uit een huishoudapparaat zou gaan. Daarom is voor een holistisch arts een complete anamnese (voorgeschiedenis) heel erg belangrijk. Deze anamnese gaat verder dan de zuiver medische achtergrond van de patiënt. Levensomstandigheden, omgevingsfactoren, persoonlijkheid en intermenselijke relaties kunnen minstens even ziekmakend zijn dan een virus, bacterie, microbe of slecht werkend orgaan. Dikwijls wordt gezondheid gezien als "de afwezigheid van ziekte". In de natuurlijke benadering wordt gezondheid gezien als een dynamisch proces, waarin niet alleen de afwezigheid van ziekten van belang is, maar ook de persoonlijke vitale energie en hoe gelukkig de persoon is in zijn/haar persoonlijk- en beroepsleven, evenals het emotioneel, mentaal, spiritueel en sociaal aspect.

"Tegenhanger" van de alternatieve geneeskunde is de reguliere geneeskunde of allopathie. Het woord allopathie is ontstaan uit het Griekse "allos" (ander -> tegen) en "Pathos" (lijden, ziekte, aandoening). Allopathie is de geneeswijze waarbij men gebruikt maakt van middelen tegen een ziekte of tegen de veroorzaker of de symtomen, met het doel deze uit te schakelen of te onderdrukken. Zo wordt bv. een longontsteking, veroorzaakt door een bacterie, genezen door bacteriedodende penicilline. Allopathie staat centraal in de universitaire opleiding geneeskunde zoals deze onderwezen wordt aan onze universiteiten.

Op basis van hun werking worden er vier categorieën onderscheiden, nl. geneesmiddelen die

  • De oorzaak aanpakken.
    Een oorzakelijk geneesmiddel pakt de oorzaak van de ziekte aan. Antibiotica zijn daar een uitstekend voorbeeld van : ze vernietigen de bacteriën die verantwoordelijk zijn voor infectieziektes (bronchitis, keelontsteking of infectie van de urinewegen,...), op voorwaarde dat de behandeling niet vroegtijdig wordt stopgezet.
  • De ziekte onder controle houden.
    Sommige aandoeningen kunnen ernstige gevolgen hebben als zij niet met geneesmiddelen onder controle worden gehouden. Dergelijke producten kunnen de ziekte niet overwinnen, maar zorgen toch voor enige verbetering. Bovendien houden ze complicaties op een afstand. Diabetes kan bijvoorbeeld worden gestabiliseerd via insuline-injecties en suikerverlagende tabletten. Bloedverdunners worden gebruikt bij hart- en vaataandoeningen.
  • De symptomen bestrijden.
    Symptomatische geneesmiddelen werken uitsluitend in op de symptomen van een ziekte. Ze verlichten het ongemak zonder de ziekte op zich te bestrijden, zoals bijvoorbeeld pijnstillers, kalmeermiddelen, slaapmiddelen, hoestsiroop, eetlustremmers, laxeermiddelen,...
  • Preventief handelen.
    Twee klassieke voorbeelden van preventieve geneesmiddelen zijn de contraceptiepil en de vaccins. Wie op het juiste tijdstip wordt ingeënt, beschikt over voldoende weerstand tegen de ziekte in kwestie. Bekende vaccins zijn bv. de vaccins tegen griep, polio, tetanus, difterie, kinkhoest, hepatitis en meningitis.